Naheffing inkomstenbelasting 2014

De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Omtzigt over de naheffing inkomstenbelasting 2014 bij 5 miljoen Nederlanders die veroorzaakt wordt door de afbouw van de heffingskortingen in 2014 die niet verwerkt zijn in de voorlopige aanslagen. Het betreft een bedrag van gemiddeld € 150 per belastingplichtige. Vooral middeninkomens (€ 50.000) worden het hardst geconfronteerd met naheffingen tot circa € 350.

Brief Staatssecretaris van Financiën, 3 november 2014, nr. AFP/2014/995

Naar schatting zullen tussen de 5 en 6 miljoen belastingplichtigen bij de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2014 te maken krijgen met een lagere teruggave van belasting of een (hogere) bijbetaling, en wel van gemiddeld € 150. In totaal is dat ongeveer € 800 miljoen. Dit komt doordat de afbouw van de inkomensafhankelijke heffingskortingen niet volledig verwerkt kon worden in de loonbelastingtabellen voor 2014 en in de voorlopige aanslag 2014. Dit antwoordt de Staatssecretaris van Financiën op vragen van het Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA) over de naheffing inkomstenbelasting die miljoenen Nederlanders te wachten staat.

Als verklaring verwijst de staatssecretaris naar de ontstaansgeschiedenis van de desbetreffende afbouw en naar de situatie dat in de systemen van de Belastingdienst wijzigingen van bestaande ‘knoppen’ (parameters), zoals bedragen en percentages, weliswaar tot in een vrij laat stadium kunnen worden aangepast maar dat voor het toevoegen van nieuwe ‘knoppen’ in de loonbelastingsystemen een voorbereidingstijd van negen maanden geldt, waarbij op 1 juli voorafgaand aan het nieuwe belastingjaar de laatste wijzigingen doorgegeven kunnen worden.

De staatssecretaris stelt dat bij de parlementaire behandeling van het Belastingplan duidelijk is gemaakt dat de afbouw van de heffingskortingen niet meer volledig in de voorlopige aanslag en de loonbelastingtabellen verwerkt zou kunnen worden en dus zou gaan leiden tot bijbetaling in de aangifte inkomstenbelasting over 2014.

Belastingplichtigen onder de pensioengerechtigde leeftijd die mede bijzondere beloningen genieten zoals bonussen en een dertiende maand, worden relatief forser getroffen dan belastingplichtigen die alleen loon en een vakantietoeslag ontvangen.